Delen:
Merijn Tol maakt sfouf, een koekje dat je nauwelijks een koekje kunt noemen. Het is eerder een tot Saharazand verkruimeld koekje. Dat zand bestaat uit bloem, semolina, poedersuiker, kruiden en amandelolie. Heerlijk bij de thee. Het recept komt uit het boek ‘Een druppel rozenwater’ dat Merijn samen met Nadia Zerouali schreef.
Ingrediënten
250 gramfijne semolina100 grambloem
1 eetlepelparadijskorrels
2 eetlepelskaneel
1 eetlepelgemberpoeder
een kwart eetlepelnootmuskaat
poedersuiker naar smaak
40 gramgeroosterd sesamzaad
een scheutjesesam- of amandelolie
Kooktijd
30 minutenVerwarm de oven voor op 180 graden. Meng semolina en bloem en spreid het uit op een bakplaat. Rooster het mengsel goudbruin. Roer regelmatig met een houten lepel voor een gelijkmatige garing. Stamp de paradijskorrels fijn en meng met kaneel, gemberpoeder en nootmuskaat. Meng de pecerijen door de sfouf en breng op smaak met poedersuiker. Meng het sesamzaad erdoor met een scheutje sesamolie of amandelolie.