Gerechten

Delen:

Van de doperwten-crème die Mari Maris (auteur van o.v.a. De Groentebijbel) in een andere Foodtube video maakt, boetseert ze fraaie quenelles, die in de pan of in de oven gebakken kunnen worden.  Ze zijn heerlijk met salie-aardappeltjes, zoals in dit recept uit De Groentebijbel:

Doperwtquenelles met salie-aardappeltjes

2 takjes salie, gerist en gehakt

500 g verse doperwten, schoon gewicht (reken het dubbele aan ‘vuil’ gewicht)

1 flinke ui, fijngesnipperd

2 tenen knoflook, fijngehakt

2 tl komijnpoeder

40 tot 80 g geraspte (belegen) kaas

3 à 4 eieren

 

  1. 800 g (nieuwe) aardappel, in de lengte gehalveerd en vervolgens doormidden

boter

(zonnebloem)olie

eventueel: 100 g haver- of tarwevlokken (die geven extra structuur, as u gladde wil hoeft het dus niet)

Smelt in een steelpannetje met dikke bodem een flinke klont boter met de salie. Laat zachtjes trekken, eventueel op een sudderplaatje. Hoe langer hoe liever, maar draai het vuur uit als de boter wil gaan bruisen, laat hem dan iets afkoelen en zet eventjes later weer op. Het is niet de bedoeling dat de boter kleurt.

Maal ondertussen de doperwten, ui, knoflook en komijn in de keukenmachine tot een grove puree – laat liever her en der een herkenbaar erwtje zitten dan het geheel te glad te draaien. Meng de kaas erdoor. Ik vind het lekker om de kaas vooral te gebruiken als plakmiddel waarvan je alleen een hint proeft; voor een kaziger smaak kan er tot 80 gram door. Maak hoog op smaak met peper & zout.

Voeg zoveel ei en haver- of tarwevlokken toe tot het een smeuïge massa is, nét iéts te nat om te kneden. Laat een kwartier staan zodat de vlokken het vocht kunnen opnemen.

Zet dan de aardappelen op met kokend water.

Vorm de quenelles op bakpapier en zet in een oven van 180 ºC en laat ze in 15 à 20 minuten stevig worden. Bedruip eventueel halverwege een keertje met olie (of leg er vlokjes boter op)

Of, –als u van de korstjes bent–: verwarm terwijl de aardappel opstaan een ruime koekenpan, of twee, op middelhoog vuur met een laagje olie. Vorm met twee lepels stevige quenelles van de doperwten en leg ze direct in de pan. Geef de onderkant zeker vier minuten de tijd om te stollen en goudgeel te worden en draai ze pas daarna voorzichtig om. Draai het vuur wat lager en bak in 10 à 14 minuten, zodat er rondom een mooi korstje zit en de vulling gestold is. Als u in één pan bakt zal niet alles passen, zet dan in plaats van een deksel een ovenschaaltje op de kokende aardappelen en schep daar de klare quenelles op zodat ze warm blijven terwijl u de rest bakt (zet er niets overheen, dan worden ze weer nat).

Giet de aardappelen af, laat ze goed uitdampen, doe dan terug in de pan en schenk de salieboter erover. Maal er een beetje zout over en schud goed door elkaar.

Schep op elk bord een hoopje aardappel en schik er drie quenelles naast. Geef de rest apart.

Wie geen trek heeft in aardappel kan er ook heel goed couscous of geroosterd landbrood bij eten. Allebei ook lekker met salieboter trouwens.

Gerelateerde artikelen