Regent het buiten? Binnen grillen dus, op een gietijzeren plaatje, dat overigens een van de meest probleemloze, onverwoestbare keukenhulpjes is. De truc is om de stokjes met de snoei- of keukenschaar bij te knippen zodat je veel saté op het plaatje kwijt kunt, want als ze daar uitsteken verbranden ze tenslotte ook.

Nu nog satésaus, misschien wel de belangrijkste reden om saté te eten. Ik hou van de smaak van pinda’s en die krijg je als je versgebrande pinda’s gebruikt in een zelfgemaakte saus. Zo’n saus maak je het snelst in een blender. Een prima aanleiding dus om mijn nieuwe blender uit te proberen, een vertrouwenwekkend stevig apparaat met een hoekig mengglas, dat na decennia mijn aloude Braun blender vervangt. Deze Magimix, die Le Blender heet en nog net geen 250 euro kost, is vooral zo aantrekkelijk omdat er een klein mengglas bijgeleverd wordt. Een handige maat, die ik eerder alleen kende van een Tell Sell apparaatje dat uitsluitend over zo’n klein bubbeltje beschikte. Dit is ideaal voor mengsels waar je geen liters van nodig hebt en die je dus liever niet uit een grote mengbeker
zou willen schrapen. Pindasaus voor een enkel portie saté of gado gado bijvoorbeeld.

De pindasaus is een blend van sjalot, knoflook, Spaanse peper of rawits, citroen of limoensap, gula djawa of gemberstroop, trassi en vers gebrande zoute pinda’s. Le Blender maakt er heerlijke pindasaus van. Het recept is niet bindend, er kan van alles in gevarieerd en/of verwisseld worden behalve de pinda’s want de saus wordt altijd beter van het gebruik van verse pinda’s uit een notenbar in plaats van pinda’s uit een pakje of zakje.