Joost Leopold van Leopold Koffieschool gunt ons een blik in de koffietoekomst. Slow coffee, geserveerd in een wijnglas. Bij slow coffee wordt de koffie gezet in een glazen kan met een V-vormige hals. In die V-vorm komt het filter. Het is een kan die zijn oorsprong heeft in de chemische industrie, het merk is dan ook Chemex. Het filter in de hals van de kan wordt nat gemaakt eer de koffie erop geschonken wordt.
De van vers gebrande bonen gemalen koffie wordt grover gemalen dan koffie voor espresso omdat er, anders dan bij een espressomachine, geen pompdruk aan te pas komt bij het extraheren van de smaak uit de koffie. Het is het aloude opschenken dat we nog kennen uit grootmoeders tijd. Alleen is dit een nauwkeuriger werk dan oma er vroeger van maakte. Deze manier van opschenken gaat via een speciaal stalen keteltje met een dunne tuit.
Als de koffielaag in het filter verzadigd is met heet water, begint het zogenoemde bloomen, het proces waarbij de koffie haar smaak afgeeft aan het warme water.
Uiteraard staan de gepoleerde glazen klaar. Veel handelingen doen denken aan de gewoonten bij het schenken van wijn, zoals ook het decanteren. Dat gebeurt ook bij slow coffee, zodat de koffie tijdens het overschenken met veel zuurstof in aanraking komt. Daardoor kunnen de smaken zich beter manifesteren. Tijdens het heen en weer schenken, dat een paar keer moet gebeuren, openen de aroma’s zich. Een helder glas koffie die als thee gedronken wordt. Het resultaat is, volgens Joost, de droom van elke barista. De ideale temperatuur van het eindresultaat is zo’n 55 graden celsius. Net als bij goede wijn ‘hangt’ de koffie in het glas.
Ook vergelijkbaar met wijn zijn de mogelijkheden om koffie en eten te matchen: food pairing.