Wil Demandt, patron cuisinier van het legendarische restaurant Bordewijk in Amsterdam (1985-2018), maakt een rijke zuurkoolschotel met gerookte vis en schelpjes. In dit eerste deel bereidt hij de vis voor en zet hij de zuurkool op. Eind 2021 kwam ‘Altijd Zondag’ uit, het boek waarin Wil al zijn Bordewijk recepten en nog veel meer heeft opgetekend. Je kunt een exemplaar van het boek bestellen met deze link en als je dat doet help je Foodtube zonder dat het jou iets extra kost.

Een dag na de voorbereiding was het tijd voor de assemblage van de zuurkoolschotel.

Er is ook  nog een video waarin Wil vertelt hoe hij zijn eigen zuurkool maakt.

 

 

 

 

 

 

 

Dit heb je nodig voor de choucroute de poissons:

Voor 6 à 8 personen

1 gerookte makreel
250 gram gerookte paling
2 spekbokkingen
1 wortel
1 ui
bouquet garni
1,5 kilo Elzasser of Duitse zuurkool
2 grote uien
4 tenen knoflook, fijngehakt
100 gram ganzenvet
kruidenbuiltje met 1 theelepel kummel,
1 theelepel jeneverbessen, 4 laurierblaadjes en 1 theelepel peperkorrels
1 fles witte wijn (liefst riesling)
500 gram gezouten kabeljauw
500 gram gerookte schelvis (haddock)
 1 liter melk (voor het pocheren)
500 gram mosselen
500 gram kokkels
2 teentjes knoflook, gehakt
scheut witte wijn
1 dl crème fraîche
50 gram foie gras, in blokjes
1 dl kirsch
sap van een halve citroen
250 gram gerookte zalm
peterselie voor de garnering

 

En zo ga je te werk:

Een robuuste visvariant van de originele choucroute royale d’Alsace. Fileer de makreel, de paling en de spekbokking. Houd deze filets apart. Trek met een halve liter water in 20 minuten een gerookte-visbouillon van de graten en vellen, 1 wortel, 1 ui en een bouquet garni. Zeef de bouillon. Spoel de zuurkool en knijp daarna uit om er zoveel mogelijk vocht uit te halen. Fruit de uien en knoflook in het ganzenvet in een grote stoofpan. Doe het kruidenbuiltje erbij en voeg de zuurkool en de witte wijn toe. Voeg ook de visbouillon toe.
Deksel op de pan en het geheel 2 uur zachtjes laten stoven. Pocheer de gezouten kabeljauw en de gerookte schelvis in melk. Houd de vis samen met de gerookte visfilets warm. Was de kokkels en mosselen.
Bak de knoflook, voeg de schelpen toe, blus af met de witte wijn. Stoom met de deksel op de pan de schelpen open. Haal ze uit het vocht en houd ze warm. Kook nu het vocht een beetje in tot 1 deciliter (pas op dat het niet te zout wordt.) Roer de crème fraîche erdoor en kook in tot sausdikte. Haal de pan van het vuur en roer de blokjes foie gras erdoor en de helft van de kirsch. Mix heel even met de staafmixer tot een glad, gebonden geheel. Roer het citroensap erdoor. Houd de saus warm. Giet de overgebleven kirsch over de choucroute, warm door en schep op een grote warme schaal, omringd door alle warme vis, schelpen en gerookte zalm. Garneer met peterselie.

Serveer de saus er apart bij. Eet de choucroute met in de schil gekookte aardappelen of puree (gemaakt met de melk waarin de vis gepocheerd is).

Cuisinier Wil Demandt maakt de zuurkoolschotel af waaraan hij in Deel 1 begon. De schelpen worden gegaard en er wordt een saus gemaakt met zeeduivellever.

Hoe Wil zijn zuurkool zelf maakt, laat hij in een andere video zien.

Eind 2021 kwam het boek Altijd Zondag uit, waarin Wil Demandt al zijn Bordewijk recepten heeft vastgelegd plus een grote hoeveelheid overige keukenwijsheid. Je kunt een exemplaar van het boek bestellen met deze link. En als je dat doet help je Foodtube.

De onbekende John Dory

Door Ronald Hoeben
In de jaren tachtig van de vorige eeuw kon geen sterrenzaak zonder een gerecht met zonnevis op de kaart. De vis stond voor mediterraan en exclusief en werd bijgevolg duur betaald. Doordat de aanvoerkanalen lang waren, kwam niet elke zonnevis fris aan aan in de Nederlandse keuken, misschien is dat een van de redenen dat de populariteit verbleekte. Een paar jaar geleden vernoemden Arjan Wennekes en zijn vrouw hun restaurant naar de zonnevis: John Dory, een van de vele pseudoniemen waaronder de vis door het leven gaat. De aanvoerlijnen zijn met dank aan global warming inmiddels beduidend korter: ze komen ook uit de Noordzee. Arjan laat zien hoe je een John Dory fileert en hij maakt er twee gerechten mee: een op de grill en een gebakken in de boter.

Hanneke Schouten, patronne van de Amsterdamse Bouchon du Centre dat ze in haar uppie runt, vertelt over het ‘eitje mayo’ dat ze vroeger thuis at en dat als oeuf mayonnaise op de kaart staat. In alle eenvoud is het een gerecht dat moet kloppen, van het biologische eitje dat perfect gekookt hoort te zijn, tot de friszure mayonaise die Hanneke er dagelijks voor tikt.

Kende je Bouchon du Centre al? Hanneke vertelt hier het hele verhaal van haar unieke restaurant.

Focaccia, Tel Aviv style

Door Ronald Hoeben
Na TLV, het succesvolle kookboek over de keuken van Tel Aviv, komt Jigal Krant met een vegan versie: Land zonder melk en honing. Uit dat boek maakt hij focaccia Tel Aviv style. Die is dikker en smeuiïger dan het Italiaanse voorbeeld. Het recept staat hieronder en je vindt het uiteraard in het boek. Je kunt een exemplaar van Land zonder melk en honing bestellen met deze link en als je dat doet help je niet allen Foodtube, maar ook een zelfstandige (kook)boekwinkel zonder dat het jou iets extra kost. Dit heb je nodig voor Jigals focaccia:

1 zakje instantgist (7 g)

2 tl kristalsuiker

500 g tarwebloem (liefst T65)

ca. 150 ml extra vergine olijfolie

1 teen knoflook, fijngehakt

1 el za’atar 

16 groene pitloze olijven, gehalveerd

75 g halfgedroogde tomaatjes in olie,

uitgelekt en gehalveerd

En zo maak je ‘m:

Los de gist op in 375 milliliter handwarm kraanwater (niet heter

dan lichaamstemperatuur). Roer de suiker erdoor en laat

5 minuten staan totdat zich een schuimkraag gevormd heeft.

Doe de tarwebloem en anderhalve theelepel zout in een grote, wijde

kom. Schenk het gistmengsel en 2 eetlepels olijfolie erbij en

roer met een stevige pannenlikker in 1-2 minuten tot een egale

deegmassa. Dek de kom af met vershoudfolie en zet 30 minuten

weg op een warme plek.

Vet je handen in met olijfolie. Maak het deeg aan de rand van de

kom los en pak het vast met twee handen. Trek het ongeveer

30 centimeter omhoog zonder dat het scheurt en vouw weer

dicht. Mocht je gezelschap hebben, dan is het handig als iemand

de kom op zijn plek houdt. Draai de kom steeds een kwartslag en

trek en vouw het deeg nog drie keer op dezelfde wijze omhoog en

weer dicht. Dek de kom af en laat weer 30 minuten rusten.

Pas de trek-en-vouw-methode nog twee keer toe en laat het deeg

in de tussentijd nog ..n keer 30 minuten rusten.

Bekleed een ovenschaal met een vel bakpapier. Idealiter

heeft de schaal ongeveer een oppervlakte van 750 vierkante

centimeter (dus 23 bij 33 centimeter of 21 bij 36 centimeter).

Kleiner of groter kan ook, dan wordt de focaccia alleen wat

dikker of platter. Knip het bakpapier niet bij, zodat je de focaccia

straks gemakkelijk aan het papier uit de schaal kunt tillen. Vet

het bakpapier in met een paar drupjes olijfolie en verdeel het

deeg er zo gelijk mogelijk over, maar pas op dat het niet scheurt.

Dek de schaal af en laat nog eens 30-40 minuten rusten op een

warme plek.

Verwarm de oven voor op 200 graden. Meng de knoflook, za’atar

en 50 milliliter olijfolie in een bakje.

Maak je handen nat onder de kraan en druk met je vingers

kuiltjes in het deeg. Verdeel de olijven en tomaatjes over het

deeg. Duw de tomaatjes wat naar beneden, dan branden ze

niet aan tijdens het bakken. Besprenkel met het oliemengsel en

bestrooi met een royale snuf grof zout.

Bak de focaccia in 20-25 minuten lichtgoudbruin in de oven.

Mocht je een ovensteen hebben, zet de schaal dan daarop.

Besprenkel de focaccia gelijk na het bakken met 25 milliliter

olijfolie en leg op een rooster om af te koelen.

Masterclass Tarte Tatin

Door Ronald Hoeben

Bakker Issa Niemeijer-Brown heeft na zijn succesvolle Boek over brood zijn kennis van de patisserie in een nieuw boek vastgelegd. Patisserie van de bakker is de titel en hij maakt voor Foodtube een elegante Tarte Tatin van à la minute gemaakt Hollands bladerdeeg, dat is deeg waar kleine klontjes boter doorheen gekneed zijn.

Ook anders dan andere Tarte Tatin-recepten gebruikt Issa een Pink Lady appel en laat hij de karamel tijdens het bakken ontstaan.

Het boek Patisserie van de bakker kun je met deze link bestellen en als je dat doet help je Foodtube zonder dat het jou iets extra kost.

Dit is het recept uit het boek:

Je hebt nodig voor 1 taart:

Tijd
10 minuten, 25 minuten in de oven.
plus de tijd om het snelle bladerdeeg te
maken
Benodigdheden
Bakvorm of ovenschaal, in dit recept
wordt een ronde bakvorm met een
diameter van 24 centimeter gebruikt,
die aan de bodem wat smaller is,
ongeveer 21 cm. Belangrijk is dat de
vorm uit één stuk bestaat en niet kan
lekken.
Een steekring van 24 cm
Ingrediënten
Appel 1 (pink lady of jazz)
Snel bladerdeeg (ongeveer
220 gram,
maar reken wat meer als je met een
steekring werkt)
Boter 25 gram
Witte basterdsuiker 30 gram
Boter om in te vetten

Bereiding

Het nadeel van bijvoorbeeld de pochons of andere taarten waar-
bij het deeg onderop zit, is dat het vocht uit het fruit tijdens
het bakken het deeg zompig kan maken. Bladerdeeg verliest
dan zijn werking. Bovendien drukt het fruit het deeg wat naar
beneden, waardoor het ook niet luchtig kan worden. Twee Fran-
se zussen, de Tatins, bedachten (al dan niet bij toeval- er zijn
verschillende verhalen over) hier iets op. Als je het deeg aan de
bovenkant plaatst, dus over het fruit heen legt, wordt de taart
op z’n kop in de oven gebakken. Als je hem uit de oven haalt
draai je de taart om, waardoor de vulling weer aan de boven-
kant zit.
Traditioneel wordt het fruit eerst voorgebakken en gekaramelli-
seerd, in de oven of op het vuur, voordat het met het deeg erop
gebakken wordt. In de bakkerij hebben we een heel simpele,
maar daarmee ook bijzonder lekkere variant ontwikkeld. Door
vooraf een heel dun laagje boter in de bakvorm te gieten en
daar wat suiker overheen te strooien, ontstaat bij het bakken
samen met het vocht van de appel vanzelf een heerlijke karamel
die niet te dominant, zoet of zwaar wordt.
Bereiding
Vet de bakvorm heel licht in met boter, ook langs de opstaan-
de randen. Smelt vervolgens de boter voor de karamel en giet
deze uit over de bodem van de bakvorm. Om de boter goed te
verdelen beweeg je de vorm een beetje schuin heen en weer.
Strooi vervolgens de suiker op de bodem; dat hoeft niet heel
gelijkmatig.
Schil de appel en snijd in vieren. Haal het klokhuis met de pitjes
eruit, en snijd de appeldelen vervolgens in heel dunne plakjes.
Leg deze vervolgens in een cirkel in de bakvorm met de bolle
zijde naar beneden en steeds met een flinke overlap, omdat de
appel krimpt tijdens het bakken. Leg vervolgens in het midden
de wat kleinere stukjes. Laat de rand (ongeveer een halve centi-
meter) van de bakvorm vrij.
Rol vervolgens het deeg uit en steek er met een steekring een
stuk uit van 24 centimeter doorsnede (of rol een stuk deeg van
precies 220 gram rond uit).

Werk snel, zodat het deeg koud blijft. Leg het over de appels
heen, tot aan de rand van de bakvorm. Prik met het puntje van
een mes een paar kleine gaatjes in het deeg, zodat de damp
tijdens het bakken kan ontsnappen.
Bakken
Bak op 230-250 graden Celsius, voor ongeveer 20-25 minuten.
De karamel op de bodem, die te zien is aan de rand van de
vorm, moet bruin worden. Leg de vorm direct uit de oven met
een snelle beweging omgekeerd op een bakrooster, zodat de
tatin eruit valt en de appels aan de bovenzijde komen te liggen.
Wacht je te lang, dan blijven de appels en de karamel aan de
bakvorm plakken.
Als de tatin nog iets te licht is, kun je hem even terug in de
oven doen, op een bakplaat of rooster, gewoon met de appels
boven, zodat de suiker nog wat verder kan karamelliseren.

Extra informatie

Omdat het zo’n makkelijk en lekker
recept is dat bijna altijd lukt, heb ik
deze taart in veel keukens bij mensen
thuis gemaakt, met allerlei bakvormen
in allerlei maten. Is een bakvorm recht-
hoekig, leg dan de appels in rijen neer,
is een bakvorm veel groter, gebruik
dan bijvoorbeeld 2 appels en maak
meerdere cirkels of rijen. Je hebt dan
in verhouding natuurlijk ook wat meer
boter en suiker nodig voor de karamel –
dat kun je, als je het al een keer gedaan
hebt volgens het recept, gewoon op
gevoel doen. Ook het materiaal van de
bakvorm kan verschillen, van een spe-
ciale koperen Tarte Tatin-vorm die de
warmte goed gelijkmatig verspreidt, tot
een metalen of aluminium ovenschaal,
of zelfs aardewerk Het enige waar je
dan rekening mee moet houden is dat
de warmteoverdracht anders zal zijn. In
een aardewerk schaal zal de baktijd wat
langer zijn en de karamel minder snel
donker worden, bij aluminium moet je
juist goed opletten dat het niet aanbakt
en de schaal tijdens het bakken een
keertje omdraaien in de oven zodat de
warmte gelijkmatig verdeeld wordt.

In de documentaire Cow van Andrea Arnold gaat het over het korte, overvolle leven van een melkkoe. De meeste koeien halen hun vijfde verjaardag niet, maar in 2013 stuitte ik op een koe die pas op haar achttiende naar het abattoir ging. Ze heette Molle Pleun en het was een koe van het Gasconne ras. Ze kreeg haar kalveren in de vrije natuur bij het biodynamische landbouwbedrijf van Jos Jeuken, waar ze de rol van bemester vervulde. Uiteindelijk liet haar gebit haar in de steek: de tanden waren zodanig afgesleten dat ze niet meer goed kon grazen. Zo belandde ze bij de slachterij van Jan Voordouw, die zijn slachtvee graag een week eerder op stal heeft zodat de dieren gewend zijn aan elkaar en de stem van de slachter. Daardoor betreedt Molle Pleun in alle rust het slachthuis. Na weken rijpen wordt haar vlees uitgebeend door slager Henk Otten van Lindenhoff en in de keuken verwerkt door Geert Burema, die samen met boer Dirco te Voortwis de initiatiefnemer van dit scenario was.

culinaire video’s & recepten

Copyright 2025 Foodtube. All Rights Reserved.

Blijf op de hoogte

Schrijf je in voor onze wekelijkse Nieuwsbrief

Iedere week nieuwe video’s en meer