Bánh Xèo, een Vietnamese verrukking met garnalen, pork belly en veel verse kruiden

Bereidingswijze

Wok met deksel of een koekenpan met een schuine, hoog opstaande rand en deksel

1 Leg het buikspek ongeveer 1 uur van tevoren in de vriezer om het snijden wat makkelijker te maken. Halveer daarna het buikpek over de lengte en snijd het in plakken van 1,5 millimeter dik. Laat op kamertemperatuur komen.

2 Meng in een ruime kom het rijstmeel met de maizena, kurkuma, suiker, lente-uien, kokosmelk, 500 milliliter lauwwarm water en de zonne-bloemolie. Het beslag moet dunner zijn dan pannenkoekenbeslag; voeg wat meer water toe als dit niet zo is. Laat 20 minuten rusten buiten de koelkast. Roer daarna het beslag door en check of het niet te dik is. Voeg wat meer water toe als dit het geval is,

3 Verhit een scheutje zonnebloemolie in een wok op hoog vuur. Voeg een paar reepjes ui en 3 à 4 plakjes buikspek toe en roerbak 3 minuten. Voeg daarna 3 à 4 garnalen toe en schep om.

4 Houd de wok schuin, schep 1 pollepel (circa 100 milliliter) beslag in de wok en draai het beslag goed langs de zijkant, zodat het vanaf de zijkant naar het midden toe dun uitloopt.

5 Verdeel een handje taugé over het midden van het flensje, doe het deksel op de wok en bak 1 à 2 minuten op hoog vuur. Haal dan het deksel weer van de wok. Het flensje is klaar wanneer het langs de zijkant van de wok los begint te laten. Vouw het flensje dubbel en schep over op een serveerschaal. Bak zo alle flensjes. (houd de flensjes eventueel
warm in een voorverwarmde oven op 70C of in een grote koekenpan op laag vuur, tot alle flensjes gebakken zijn.)

6 Serveer de flensjes met de vissausdressing en de tafelsalade. Maak een pakketje door een slablad te vullen met een stuk van het flensje, wat verse kruiden en gesneden groenten. Dip daarna in de vissausdressing en eet het lekker op.