Voor het begrip short order cook is eigenlijk geen goede Nederlandse vertaling. De term beschrijft een kok in een laagdrempelig restaurant, een lunchroom of truckerscafé, zoals je die in Amerika veel aantreft. Zo’n vakman of -vrouw kan veel bestellingen van simpele gerechten tegelijk aan: een perfect ei bakken terwijl de boterhammen roosteren, en tegelijk de biefstuk en de uien op de hete plaat in de gaten houden en het mandje friet op het juiste moment omhoog halen. De arbeidsinspanning is niet per se groter of kleiner dan die in een keuken van hoger niveau, maar de kracht ligt -of hoort te liggen- in het leveren van constante kwaliteit voor een publiek dat minieme afwijkingen in een vertrouwd gerecht onmiddellijk zal detecteren.
Zo’n short order cook heeft graag zijn betrouwbare toevoegingen bij de hand. Dat kan een ‘huismayo’ zijn waar wat meer mosterd in zit of een drupje tabasco, een bak met gecaramelliseerde uien of een ‘zuurtje’ dat het bij veel vette en/of gefrituurde gerechten goed doet. Atjar is in Nederland een geliefde toevoeging. Het is te koop in potten en emmers, het zijn in in feite in zuur gelegde groenten die je op duizend manieren zelf kunt maken en zo er altijd je eigen draai aan kunt geven. In de video maakt Keukenmeester René Ameling zijn huis-atjar zoals hij die onder andere serveert bij de blauwe bal waarover een andere video te zien is.