Malabi zou je kunnen karakteriseren als het monatoetje van Tel Aviv. Geen wonder dus dat het te vinden is in TLV, het (kook)boek van Jigal Krant dat de keuken van Tel Aviv bezingt. Als je halverwege de productie van malabi staakt, heb je een warm winterdrankje met de titel sachlab.
Voor 8 personen
1 liter volle melk
100 g suiker
250 ml slagroom
2 el rozenwater
75 g maïzena
50 g pistachenoten
100 ml granaatappelsiroop (grenadine)
3 el geraspte kokos
granaatappelmelasse, optioneel
Schenk ongeveer driekwart van de melk in
een steelpannetje en breng met de suiker en
de slagroom aan de kook.
Klop ondertussen met een garde de overige
melk met het rozenwater en de maïzena tot een
glad papje. Giet dit bij de hete melk en draai het
vuur iets terug. Blijf roeren, zodat het geheel
niet aankoekt. Net op het moment dat je denkt
dat er niets meer gaat gebeuren, zal je de room
ineens dikker zien worden. Blijf nog ruim
1 minuut roeren voordat je het vuur uitzet.
Verdeel de hete room over acht glaasjes en
dek onmiddellijk af met plasticfolie. Of gebruik
kleine weckpotjes die je direct sluit. Daarmee
voorkom je dat zich een velletje vormt. Laat
ten minste 2-3 uur, maar liefst een (halve) dag
opstijven in de koelkast.
Rooster de pistachenoten in een droge
koekenpan totdat ze beginnen te kleuren.
Laat afkoelen en hak grof.
Maak de malabi voor serveren af met een
scheutje siroop, pistachenoten en kokos.
Meng eventueel wat granaatappelmelasse
door de siroop om deze wat dikker en iets
minder zoet te maken. Drink er espresso bij
of, beter nog, Turkse koffie.