Kunstenaar, ontwerper en kookboekauteur Maroeska Metz maakt palačinke, een van eenzijdig gebakken pannenkoeken gestapelde delicatesse.

Dit is het recept:

90 gram bloem
50 gram suiker
5 eieren
300 ml melk
3 theelepels vanillesuiker
citroenrasp van 1 citroen
80 gram boter
extra boter om in te bakken

Neem de boter uit de koelkast en laat deze op kamertemperatuur zeer zacht worden.
Klop de eidooiers en de suiker met een garde tot een romige massa. Voeg hier de zeer zachte boter aan toe. Zeef de bloem boven het beslag en giet de melk bij het mengsel. Sla de eiwitten stijf met een snufje zout en schep deze door het beslag. Het deeg is klaar, nu kan het bakken beginnen.
Bak telkens met een heel klein klontje extra boter kleine pannenkoekjes. Gebruik bij voorkeur een pan met een anti-aanbaklaag. De pannenkoekjes aan een kant gaar laten worden, niet omdraaien. De bovenkant moet nét gestold zijn. Om dat te bereiken kun je een deksel op de pan leggen tijdens het garen. Doordat er vrij veel suiker door het beslag gaat, branden de pannenkoekjes snel aan, dus niet op hoog vuur werken.

De flinterdunne pannenkoekjes op elkaar stapelen als een taart en eindigen met de bovenste omgekeerd op de stapel met de bruine kant boven. Opgerold of in een punt gevouwen smaakt palačinke  heerlijk.

Je kunt de pannenkoekjes ook serveren met een chocolade- of vruchtensaus. Het maken van een chocoladesaus is een fluitje van een cent. Schenk 2 dl water in een steelpannetje, zet het vuur hoog en laat een reep bittere chocolade van 75 gram smelten. Goed blijven roeren tot de bruine massa mooi egaal is en er geen stukjes chocolade meer te zien zijn. Voor het maken van een vruchtensaus pureer je met een staafmixer 250 gram vers fruit met twee lepels suiker.

Palačinke  kan je van tevoren klaar maken en in een oven kort opwarmen.