Een rondo is een klassieke Nederlandse snack die je in twee variëteiten kunt krijgen: uit de fabriek of uit de banketbakkerij. Cees maakt ze met behulp van een overal verkrijgbare cakejes-vorm.

Ingrediënten

Voor het deeg:

• 100 g boter
• 100 g basterdsuiker
• 2 g zout
• 30 g losgeklopt ei (ongeveer een half ei)
• 190 g Zeeuwse bloem
• 8 g bakpoeder

Voor de vulling:

• 300 g amandelspijs
• Klein beetje losgeklopt ei (om de spijs soepeler te maken)

Voor de afwerking:

• 1 losgeklopt ei (voor bestrijken)
• 12 geroosterde amandelen

Bereidingswijze

1. Deeg maken:
   • Meng 100 g boter, 100 g basterdsuiker en 2 g zout goed door elkaar.
   • Voeg 30 g losgeklopt ei toe en meng tot het volledig is opgenomen.
   • Voeg 190 g Zeeuwse bloem en 8 g bakpoeder toe en kneed kort tot een samenhangend deeg.
   • Verpak het deeg in plasticfolie en laat 1 uur rusten in de koelkast.
2. Amandelspijs voorbereiden:
   • Meng 300 g amandelspijs met een klein beetje losgeklopt ei zodat het soepel en spuitbaar wordt.
   • Vul een spuitzak met het spijsmengsel (of verdeel het met een lepel).
3. Vormen van de rondo’s:
   • Verwarm de oven voor op 200°C.
   • Rol het deeg uit tot een gelijkmatige dikte.
   • Steek 12 bodems uit met een ronde steker en leg deze in de ingevette muffinvormpjes (of in bakringen).
   • Spuit op elke bodem een bolletje (25 g) amandelspijs.
   • Steek 12 iets grotere rondjes uit en leg deze bovenop de spijs. Druk de randen licht aan.
4. Afwerken en bakken:
   • Strijk de bovenkant in met losgeklopt ei en leg op elke rondo een geroosterde amandel.
   • Laat 5-10 minuten drogen en bestrijk nogmaals met ei voor een mooie glans.
   • Bak de rondo’s in 10-15 minuten op 200°C tot ze goudbruin zijn.
5. Afkoelen en serveren:
   • Laat de rondo’s iets afkoelen voordat je de ringen verwijdert.
   • Serveer krokant van buiten en zacht van binnen.